Op 21 april jl. maakte Minister Asscher bekend dat het kabinet een wetsvoorstel zou indienen waardoor werkgevers gecompenseerd kunnen worden voor de kosten van de transitievergoeding bij ontslag van langdurig zieke werknemers. Met het wetsvoorstel zou worden tegemoetgekomen aan de zorgen die er zijn over de omvang van de financiƫle verplichtingen voor langdurig zieke werknemers.
Inmiddels heeft de ministerraad ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar wanneer zij worden ingediend bij de Tweede Kamer.
Bekend is al wel dat de compensatieregeling zal worden gefinancierd door een verhoging van de uniforme Awf-premie. Het wetsvoorstel beoogt alle werkgevers te compenseren in de volledige kosten van de transitievergoeding van langdurig zieke werknemers (d.w.z. werknemers die langer dan twee jaar arbeidsongeschikt zijn), mits de reden van het ontslag gelegen is in de arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
Naast de compensatieregeling bevat het wetsvoorstel een wijziging ten aanzien van het ontslag om bedrijfseconomische redenen. Momenteel bepaalt de wet dat sociale partners bij cao een regeling overeen kunnen komen die in de plaats treedt van de transitievergoeding, zoals een eigen vergoedingsregeling, scholingsfaciliteiten, outplacement of een bovenwettelijke WW-regeling. Voorwaarde hierbij is dat de waarde van die regeling gelijk moet zijn aan de transitievergoeding. Het vereiste van gelijkwaardigheid wordt in het wetsvoorstel losgelaten. Gevolg daarvan zou zijn dat het cao-partijen vrij staat de inhoud en omvang van de cao-voorziening te bepalen.
Verwacht wordt dat het wetsvoorstel pas op 1 januari 2018 in werking treedt. De compensatieregeling zou wel terugwerkende kracht hebben tot 1 juli 2015.