Compensatie voor transitievergoeding na 2 jaar ziekte: aanvragen kunnen worden ingediend bij het UWV

Door de Coronacrisis zou het haast vergeten worden. Werkgevers kunnen vanaf 1 april jl. gebruik maken van de compensatieregeling voor betaalde transitievergoedingen aan langdurig zieke werknemers. Deze compensatieregeling ziet op al betaalde en nog te betalen transitievergoedingen aan langdurig zieke werknemers vanaf 1 juli 2015.

Hoe zit het ook alweer?

Als een zieke werknemer meer dan 2 jaar arbeidsongeschikt is, mag de arbeidsovereenkomst worden opgezegd na toestemming van het UWV of worden beëindigd via een vaststellingsovereenkomst zodra de periode van het opzegverbod is verstreken. Deze periode van het opzegverbod wegens ziekte ziet op de eerste twee jaar van ziekte, maar kan eventueel verlengd worden als gevolg van een loonsanctie tot maximaal drie jaar in totaal.

Vanaf 1 juli 2015 ontvangt de zieke werknemer veelal een transitievergoeding bij einde van het dienstverband na afloop van twee (maximaal drie) jaar ziekte. Inmiddels kunnen werkgevers (een deel van) deze betaalde transitievergoeding terugvragen bij het UWV.

De compensatie geldt met terugwerkende kracht voor transitievergoedingen die sinds 1 juli 2015 zijn betaald. De compensatie kan ook worden aangevraagd voor ambtenaren die per 1 januari 2020 een arbeidsovereenkomst hebben en voor werknemers die een vervroegde IVA-uitkering ontvangen.

Tot wanneer kan de compensatie aanvraag worden gedaan?

Als de transitievergoeding vóór 1 april 2020 aan de werknemer is betaald, dan kan tot en met 30 september 2020 een aanvraag worden gedaan. Dit is een harde deadline, daarna kan geen compensatie meer worden gevraagd voor deze groep.

Wanneer de transitievergoeding op of ná 1 april 2020 is voldaan, dan moet de compensatie binnen 6 maanden na de datum van betaling van de transitievergoeding worden aangevraagd bij het UWV. Ook deze termijn voor indiening is een harde deadline.

Vanwege de vervaltermijnen en drukte bij het UWV is het aan te raden de verzoeken onder de
compensatieregeling zo snel mogelijk in te dienen bij het UWV.

Hoe hoog is de compensatie?

De hoogte van de compensatie verschilt per geval en is in beginsel afhankelijk van de transitievergoeding zoals deze is betaald aan de betrokken werknemer. De compensatie is niet altijd gelijk aan de transitievergoeding die is betaald. Zie hier ook ons eerdere artikel.

Daarbij is de berekeningsmethodiek van de transitievergoeding per 1 januari 2020 aangepast vanwege de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB).

Kort samengevat zijn de volgende uitgangspunten van belang voor de hoogte van de compensatie:

– Het UWV compenseert nooit meer dan de werkgever heeft betaald. Wanneer een lagere vergoeding aan de werknemer is betaald dan de transitievergoeding, zal het UWV niet de transitievergoeding compenseren maar het lager betaalde bedrag.

– De compensatie is nooit hoger dan de maximale wettelijke transitievergoeding die voor het betreffende jaar gold waarin de transitievergoeding is betaald.

– De compensatie is nooit hoger dan het loon dat tijdens 104 weken ziekte door de werkgever is voldaan aan de werknemer. Wanneer de loonsom over 104 weken ziekte dus lager is dan de hoogte van de transitievergoeding, betaalt het UWV alleen de (lagere) compensatie ter hoogte van de loonsom over 104 weken ziekte.

– Het kan zijn dat de werkgever een loonsanctie heeft gehad. Het UWV vergoedt alleen de transitievergoeding op basis van de berekening aan het einde van de ziekteperiode van 104 weken ziekte en dus niet de opgebouwde transitievergoeding gedurende de loonsanctie en/of latere beëindiging van het dienstverband.

– Wettelijke rente en werkgeverspremies worden niet gecompenseerd.

– Is de procedure voor beëindiging van het dienstverband gestart vóór 1 januari 2020 dan gebruikt het UWV de ‘oude’ berekening van de transitievergoeding zoals deze gold voor 1 januari 2020. Alle procedures die vanaf 1 januari 2020 zijn gestart, of vaststellingsovereenkomsten die zijn gesloten vanaf 1 januari 2020, vallen onder de huidige berekening van de transitievergoeding.

Waar kan ik de compensatie aanvragen?

De werkgever vraagt compensatie aan bij het UWV. De aanvraag gaat digitaal. De werkgever vult een aanvraagformulier in en dient bewijsstukken bij de aanvraag aan te leveren. Via deze link komt u bij het juiste portaal.

Welke documenten moet ik overleggen bij het UWV?

De werkgever zal in elk geval de volgende documenten als bewijs in moeten dienen:

– De arbeidsovereenkomst van de werknemer (of als deze er niet meer is: een loonstrook waaruit de datum indiensttreding blijkt);- Bewijs van einde van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld een vaststellingsovereenkomst of de opzeggingsbrief na toestemming van het UWV);

– De berekening van de transitievergoeding na afloop van 104 weken ziekte;

– De loonstrook op de datum dat de werknemer 1 jaar ziek was en de loonstrook na verstrijken van de periode van het opzegverbod (in beginsel na 104 weken ziekte);

– Bewijs dat de transitievergoeding is betaald (bijvoorbeeld het bankafschrift waaruit de afschrijving blijkt).

Hoe lang duurt het voordat ik de compensatie ontvang?

Dat hangt af van de datum waarop het opzegverbod wegens ziekte is geëindigd. In de gevallen waarop het opzegverbod is geëindigd:

– Vóór 1 april 2020: dan geldt dat het UWV binnen 26 weken na het indienen van de aanvraag een beslissing moet nemen. Binnen 6 weken na de datum van deze beslissing zal het UWV de compensatie betalen.

– Ná 1 april 2020: dan moet het UWV binnen 8 weken beslissen en binnen 6 weken na de datum van de beslissing de compensatie betalen. De procedure duurt in dit geval in principe maximaal 14 weken.

Vanwege de drukte bij het UWV kan er mogelijk vertraging ontstaan. Het is daarom aan te raden zo spoedig mogelijk de verzoeken tot compensatie in te dienen bij het UWV en goed te letten op de vervaltermijnen.

Mocht je nog vragen hebben over de compensatieregeling, neem gerust contact met ons op.