De ‘’uitwisselbare functie’’

Op 15 februari van dit jaar heeft de Hoge Raad meer duidelijkheid gegeven over het criterium “uitwisselbare functie”.

Uitwisselbare functie

De uitwisselbare functie komt in beeld op het moment dat een werkgever arbeidsplaatsen wil laten vervallen vanwege bedrijfseconomische redenen.

Om te beoordelen welke werknemers voor ontslag in aanmerking komen, moet rekening worden gehouden met het afspiegelingsbeginsel, wat kort gezegd inhoudt dat: (1) eerst de verschillende functiegroepen binnen de bedrijfsvestiging worden vastgesteld; (2) de functiegroepen worden ingedeeld in leeftijdscategorieën (15 t/m 24 jaar; 25 t/m 34 jaar; 35 t/m 44 jaar; 45 t/m 54 jaar; en 55 jaar en ouder); en (3) binnen die leeftijdscategorieën eerst de kortste dienstverbanden voor ontslag in aanmerking komen. Het doel van toepassing van het afspiegelingsbeginsel is dat de onderlinge verhouding van het aantal werknemers per leeftijdsgroep zoveel mogelijk gelijk blijft.

Bij het vaststellen van de functiegroepen, wordt gekeken naar de werknemers die onderling een uitwisselbare functie hebben. Onder uitwisselbare functies kunnen ook nieuw functies vallen die na bijvoorbeeld een reorganisatie gecreëerd zijn.

Uit de ontslagregeling volgt dat bij de beoordeling van uitwisselbare functies gekeken moet worden naar een opsomming van gezichtspunten. Een functie is uitwisselbaar indien:

a) de functies vergelijkbaar zijn voor zover het betreft de inhoud van de functie, de voor de functie vereiste kennis, vaardigheden en competenties, en de tijdelijke of structurele aard van de functie; en

b) het niveau van de functie en de bij de functie behorende beloning gelijkwaardig zijn.

Maar welke aspecten mogen bij deze beoordeling worden meegewogen? De Hoge Raad geeft hier in het arrest van afgelopen februari meer duidelijkheid over.

De Hoge Raad

De Hoge Raad kreeg de vraag voor of bij de vergelijking van functies naar het functioneren van die betreffende werknemers in de functie gekeken mag worden en naar hun feitelijke werkzaamheden of dat er slechts gekeken moet worden naar de in de functieomschrijving genoemde aspecten.

De Hoge Raad bepaalt dat de beoordeling plaatsvindt aan de hand van de in de ontslagregeling genoemde limitatieve opsomming van gezichtspunten. Daarbij gaat het om objectieve, niet aan een individuele werknemer gekoppelde, aspecten.

Kortom; het is dus niet van belang hoe een individuele werknemer een functie in de praktijk uitvoert. De functieomschrijving is de belangrijkste bron van informatie bij het vaststellen of sprake is van een uitwisselbare functie. De Hoge Raad bepaalde dat daarnaast ook andere feitelijke aspecten kunnen worden meegewogen die iets zeggen over de werkelijke inhoud van de functie. Dit blijkt bijvoorbeeld uit; de arbeidsovereenkomst, een personeelshandboek of correspondentie.

Neem bij vragen gerust contact met ons op!