De komende regering, de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB zijn – na vrij lang overleggen – het hoofdlijnenakkoord ‘HOOP, LEF EN TROTS’ overeengekomen. Dit hoofdlijnenakkoord, dat uit 26 pagina’s bestaat, geldt voor de periode 2024 – 2028 en is vergeleken met eerdere akkoorden, zeer beperkt in maatregelen op de arbeidsmarkt. Met name op het gebied van arbeidsmigratie worden een flink aantal wijzigingen voorgesteld. Wij hebben hieronder plannen met betrekking tot het arbeidsrecht opgesomd.
-
Arbeidsmarkt
- De partijen willen meer zekerheid op de arbeidsmarkt stimuleren. Bijvoorbeeld voor zelfstandigen (zzp’ers) in het zelfstandigenbeleid en door regulering van de uitzendsector. Daarnaast streven ze naar meer vaste contracten voor werknemers. Daartoe wordt de wetsbehandeling van de “Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden” (“VBAR”) en de “Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten” (“WTTA”) voortgezet.
- Het aanpakken van personeelskrapte in de zorg heeft grote prioriteit. Daarom is het voornemen om het aantrekkelijker te maken om in de zorg te werken, door middel van meer autonomie, loopbaanperspectief, goede arbeidsvoorwaarden en beperking van regeldruk en van administratieve lasten. Gestimuleerd wordt dat personeel in loondienst eerste keuze krijgt bij roosterindeling.
-
Arbeidsmigratie.
Arbeidsrechtmigratie blijft nodig voor de Nederlandse economie. Het kabinet wil wel zwaardere eisen gaan stellen aan zowel (internationale) werknemers als werkgevers.
- De kwalificatie-eisen van de kennismigrantenregeling worden aangescherpt en verhoogd.
- Arbeidsmigranten van buiten de Europese Unie, met uitzondering van kennismigranten, worden tewerkstellingsvergunningplichtig (dit is nu niet het geval). De Nederlandse Arbeidsinspectie gaat, ook op deze groep, extra handhaven.
- Werkgevers van arbeidsmigranten worden verantwoordelijk voor overlast en kosten van arbeidsmigranten zonder reguliere huisvesting. Zij moeten daarvoor afspraken maken met de gemeenten waarin hun werknemers worden gehuisvest. Bevorderd wordt dat medeoverheden meer ruimte laten voor huisvesting op het terrein van de werkgever.
- Bij langdurig verblijf krijgen werkgevers ook een verantwoordelijkheid voor het leren van de Nederlandse taal door deze werknemers.
- De aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (rapport Roemer) worden uitgevoerd.
- Malafide uitzendconstructies worden hard aangepakt. De uitzendbranche en wervingsbureaus worden gereguleerd door een toelatingsstelsel WTTA.
- Bezien wordt of en zo ja, welke fiscale voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling (ETK-regeling) worden versoberd. Mogelijk leidt dit tot verdere beperking van de 30%-regeling.
-
Hervorming WW
- Er is een voornemen opgenomen tot het hervormen van de WW. Mogelijk wordt de opzegtermijn in arbeidsovereenkomsten verlengd, wordt er een poortwachterstoets ingevoerd voor de WW en/of wordt de WW-duur beperkt tot maximaal 18 maanden.
-
Lonen
- Meer werken zou meer moeten lonen. Er wordt een lastenverlichting voorgesteld op arbeid met specifieke aandacht voor de werknemers in het middensegment. Er zijn plannen om een nieuwe extra schijf in de inkomstenbelasting te introduceren.
- Overheidslonen niet meer indexeren.
- De AWF-premie wordt verhoogd.
-
Verval compensatie transitievergoeding
-
- Het voornemen is om compensatie van de transitievergoeding na beëindiging van de arbeidsovereenkomst vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid te beperken tot kleine werkgevers (25 werknemers) vanaf 1 juli 2026. Alle andere werkgevers ontvangen daarna deze compensatie niet meer.
Conclusie
Het lijkt erop dat er op het gebied van arbeidsrecht niet bijzonder veel plannen in het hoofdlijnenakkoord terecht zijn gekomen. Wij zijn benieuwd welke voornemens daadwerkelijk worden doorgezet. De komende maanden worden deze plannen door de aankomende regeringspartijen verder uitgewerkt. Hierin zullen de nieuwe (vak)ministers een grote verantwoordelijkheid hebben. Wij houden dit in de gaten en houden jullie uiteraard op de hoogte.