In maart 2020 dachten we nog dat het verplichte thuiswerken slechts een paar weken zou duren. Maar na ruim een jaar is het voor velen onder ons nog steeds een dagelijkse realiteit. Hoewel groen licht is gegeven voor werken op kantoor (mits anderhalve meter afstand), blijft thuiswerken voor veel werknemers de norm. En inmiddels is niet alleen het thuiswerken volledig ingeburgerd. Er wordt ook veel gewerkt vanaf andere plekken dan vanuit huis. Zo werkte één van onze advocaten recent een tijdje remote vanaf het zonovergoten Ibiza.
Hoewel veel werknemers inmiddels ook wel weer terugverlangen naar de gezelligheid op kantoor, blijkt uit onderzoeken toch ook dat het thuiswerken voor veel werknemers goed bevalt en dat een groot deel van de werknemers na de coronapandemie deels vanuit huis zou willen blijven werken. Omdat er nog geen recht op thuiswerken was verankerd in de wet, is er in januari van dit jaar door D66 en GroenLinks een initiatiefvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer: het wetsvoorstel “Wet werken waar je wilt”.
Wat regelt het wetsvoorstel
Het voorstel Wet werken waar je wilt is op 27 januari 2021 ingediend bij de Tweede Kamer en strekt tot een wijziging van de al bestaande Wet Flexibel Werken, de wet waarin nu de verzoeken tot aanpassing van de arbeidsduur en werktijden zijn geregeld.
Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, geeft dit werknemers straks in beginsel een wettelijk recht op thuiswerken. Verzoeken van werknemers tot ‘aanpassing van de werklocatie’ worden dan hetzelfde behandeld als verzoeken om aanpassing van de arbeidsduur of de werktijden. Met andere woorden, werkgevers kunnen zo’n verzoek dan alleen nog maar afwijzen als er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.
Zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen
Maar wat zijn dan zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen? Volgens de Wet Flexibel Werken is daar in ieder geval sprake van bij ernstige problemen op het gebied van de veiligheid of van roostertechnische aard. Verder is het begrip zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang een maatstaf die zich met name in de jurisprudentie uitkristalliseert. Ook in het geval van thuiswerken zal de vaststelling of hier sprake van is voornamelijk neer gaan komen op maatwerk waarbij moet worden gekeken naar de specifieke omstandigheden van het geval. Daarbij zal het type functie maar ook de sector, leeftijd en opleidingsniveau mogelijk een rol zal gaan spelen. Op basis van de huidige formulering wordt het voor werkgevers in ieder geval een minder makkelijke opgave als zij een verzoek van een werknemer om thuis te mogen werken willen afwijzen dan hoe het nu is geregeld.
Welke locatie?
Wordt het straks dan wellicht wettelijk mogelijk om als alternatieve werklocatie het strand op Ibiza te kiezen? Nee. Zo ver gaat het wetsvoorstel niet. Werknemers kunnen bij een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats alleen kiezen tussen werken vanaf het adres dat bij de werkgever bekend is als hun woonadres, of werken vanaf de werklocatie van de werkgever. Een werknemer die vanaf het strand of een huisje in het bos wil werken, zal dat ook als het wetsvoorstel wordt aangenomen toch echt in goed overleg moeten afstemmen met zijn werkgever. Een gemiste kans wat ons betreft.
Overige aandachtspunten
Net zoals bij een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur moeten verzoeken om thuis te werken twee maanden voor de beoogde ingangsdatum aan de werkgever worden voorgelegd. Een werknemer hoeft het verzoek niet verder te motiveren. De werkgever is daarentegen verplicht om met de werknemer in overleg te treden en moet een maand voor de beoogde ingangsdatum de beslissing kenbaar maken aan de werknemer. Bij afwijzing moet de werkgever motiveren waarom dit verzoek wordt afgewezen. Zoals hiervoor al is aangegeven wordt een verzoek van een werknemer in beginsel gehonoreerd tenzij zich tegen de aanpassing, waaronder het ingangstijdstip en de omvang, zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen verzetten. Dit is alleen anders wanneer het een kleine werkgever betreft (oftewel een werkgever met minder dan tien werknemers).
Conclusie
Het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt is een stap richting een wettelijk recht op het thuiswerken dat werknemers over het algemeen goed lijkt te bevallen. In de toelichting bij het voorstel wordt er dan ook op gewezen dat het welzijn van werknemers kan verbeteren door (meer) thuis te werken. PwC heeft onderzocht dat het kantelpunt zo ligt bij drie werkdagen thuis.
Ook is door de initiatiefnemers gewezen op het positieve effect dat blijvend (gedeeltelijk) thuiswerken op de langere termijn zal hebben op het milieu. Uit het onderzoek van PwC zou namelijk ook volgen dat bijvoorbeeld een dag meer thuiswerken voor de helft van de beroepsbevolking leidt tot 434,1 miljoen kilo minder uitstoot van CO2. Daarnaast wordt nog eens zo’n 170 miljoen kilo uitstoot bespaard door het verminderd gebruik van kantoorruimte. Ter vergelijking dit staat gelijk aan bijna twee miljard kilometer autorijden (oftewel ruim 2500 keer naar de maan en terug of het niet produceren van 21.705.000 kilo vlees).
Al met al zijn er dus genoeg argumenten die pleiten voor het in de wet verankeren van een recht op thuiswerken. De vraag is echter of het voorstel het gaat redden omdat juist het afgelopen jaar gebleken is dat voor remote werken helemaal geen wettelijke basis nodig is en dat veel werkgevers en werknemers er al in slagen om hier onderling goede afspraken over te maken. De tijd zal het leren. Wij houden u uiteraard op de hoogte van de nadere ontwikkelingen.