Wordt de transitievergoeding genormeerd door de WNT?
Op 17 juni jl. heeft de kantonrechter Utrecht de arbeidsovereenkomst tussen woningcorporatie De Alliantie en haar werknemer ontbonden vanwege een ernstig verstoorde arbeidsverhouding. Sinds invoering van de WWZ is het uitgangspunt dat de werkgever een transitievergoeding verschuldigd is aan de werknemer van wie de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden en die ten minste 24 maanden in dienst is geweest. De wet bepaalt dat de transitievergoeding maximaal €76.000,- bedraagt of een jaarsalaris indien dat bedrag hoger is. De Alliantie heeft zich bereid verklaard een bedrag van €87.610,17 bruto aan transitievergoeding te betalen. De betreffende werknemer valt onder de WNT.
Werknemer was een topfunctionaris in de zin van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). In de WNT is een maximum gesteld aan de uitkering die een topfunctionaris mag ontvangen wegens beëindiging van het dienstverband. Dat maximum bedraagt €75.000,-. De vraag rijst of de transitievergoeding ook begrensd wordt door dit maximum van €75.000,-.
Onder uitkering wegens beëindiging van het dienstverband wordt in de wet verstaan (artikel 1.1 sub i WNT): “de som van uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband en beloningen betaalbaar op termijn die betrekking hebben op de beëindiging van het dienstverband, met uitzondering van uitkeringen die voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift”. De kantonrechter oordeelt dat het recht op transitievergoeding en de hoogte daarvan voortvloeit uit een wettelijk voorschrift (artikel 7:673 BW). De transitievergoeding valt daarom volgens de kantonrechter onder de uitzonderingen. Deze zijn genoemd in artikel 1.1 sub i WNT, waardoor het maximum van €75.000,- niet geldt.
Zie volledige uitspraak: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2016:3347