De afdeling arbeidsrecht van de Nederlandse wetswijziging heeft wederom niet stil gezeten. Ook in 2022 verandert er weer een hoop in arbeidsrechtland. Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste arbeidsrechtelijke (wets-)wijzigingen die in 2022 ingevoerd gaan worden die gevolgen kunnen hebben voor uw organisatie.
1. Thuiswerkkostenvergoeding
Vanaf 1 januari 2022 mogen werkgevers een onbelaste thuiswerkkostenvergoeding van maximaal EUR 2,- per dag aan hun werknemers toekennen. Doel van deze mogelijkheid is om de kosten die werknemers maken voor het thuiswerken te vergoeden. Werkgever en werknemer kunnen vaste afspraken maken over het aantal dagen dat een werknemer thuiswerkt. Dan hoeft de werkgever niet per werkdag bij te houden welke vergoeding hij toekent. Op dagen dat de werknemer een thuiswerkvergoeding ontvangt, kan hij geen reiskostenvergoeding ontvangen. Mocht de werknemer een deel thuiswerken en deel op kantoor werken, dan kiest de werkgever of de werknemer voor die werkdag de onbelaste reiskostenvergoeding of de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding ontvangt. Beide kan niet. Dit wetsvoorstel moet nog goedgekeurd worden door de Eerste en Tweede Kamer.
2. Ouderschapsverlof
De Wet betaald ouderschapsverlof gaat in op 2 augustus 2022 en regelt dat werknemers recht hebben op negen weken betaald ouderschapsverlof gedurende het eerste jaar na de geboorte van een kind. Dit is de noodzakelijke implementatie van de Europese Richtlijn ‘betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers’. Deze regeling is een aanvulling op de WIEG waaruit volgt dat partners recht hebben op vijf werkdagen verlof direct na de geboorte van hun kind en het aanvullend geboorteverlof voor partners vijf weken aanvullend geboorteverlof binnen zes maanden na de geboorte van hun kind met een vergoeding van 70% van het (maximum dag) loon van het UWV. Met deze regeling hebben ouders recht op een UWV-uitkering van 50% van het (maximum dag) loon. Voor meer informatie over het ouderschapsverlof zie hier ons uitgebreide nieuwsbriefartikel .
3. Betrokkenheid flexkrachten bij medezeggenschap vergroten
De regering meent dat de ondernemingsraad (OR) een goede afspiegeling van de mensen die binnen de organisatie werken moet kunnen zijn. Daarom wil zij dat ook werknemers met korte of tijdelijke dienstverbanden aanspraak kunnen maken op medezeggenschapsrechten. Op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) bestaat er een actief kiesrecht (het stemrecht om een ondernemingsraad te kiezen) en een passief kiesrecht (het recht om zich verkiesbaar te stelen). Werknemers met een vast contract hebben deze rechten automatisch. Voor werknemers met een contract voor bepaalde tijd geldt nu dat zij het actieve kiesrecht na zes maanden en het passieve kiesrecht na 12 maanden verwerven. Eén van de plannen uit het wetsvoorstel is dat flexkrachten (werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd) het actieve en passieve kiesrecht al verwerven na drie maanden. Ook is voorgesteld om de periode waarna uitzendkrachten als ‘in de onderneming werkzame personen’ in de zin van de WOR kwalificeren en medezeggenschapsrechten gaan opbouwen in de onderneming te verkorten van 24 naar 15 maanden. Vanaf dat moment tellen uitzendkrachten ook mee voor het getalscriterium van ten minste 50 werknemers voor het instellen van een ondernemingsraad.
4. Implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden
Per 1 augustus 2022 moet de Europese Richtlijn voor transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in Nederland zijn ingevoerd. Deze richtlijn verplicht werkgevers om meer informatie over arbeidsvoorwaarden, rechten en plichten te verstrekken bij aanvang van een dienstverband. Ook mogen er geen studiekostenbedingen worden afgesproken voor opleidingen/scholing die verplicht zijn op basis van de wet of een cao. Het volgen van de opleiding wordt ook als werktijd beschouwd. De richtlijn heeft ook gevolgen voor het verbod op nevenwerkzaamheden. Dit mag alleen nog als er sprake is van een ‘objectieve rechtvaardigingsgrond’. Tot slot wordt getracht op onvoorspelbare werktijden/arbeidsvoorwaarden zo veel mogelijk te beperken. We zullen de volledige implementatie van deze richtlijn uitvoerig toelichten zodra de Eerste en Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben goedgekeurd.
5. Verbod op rookruimtes
Per 1 januari 2022 geldt een verbod op rookruimtes in alle gebouwen waar wordt gewerkt. Dit verbod geldt ook voor afsluitbare rookruimtes. Dit verbod geldt op de werkplek, in de horeca en op schoolterreinen. Er mag niet meer gerook worden omdat alle bezoekers en werknemers recht hebben op een rookvrije omgeving. Wordt ergens gerookt waar dat niet mag? Dan kan de onderneming een boete krijgen voor de overtreding van het rookverbod. Overtredingen kunnen (anoniem) gemeld worden via een klachtenformulier van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
6. Afschaffing fiscale aftrek scholing en invoering Stimulering Arbeidsmarktpositie (STAP)
Per 1 januari 2022 is het niet meer mogelijk om scholingskosten op te voeren als aftrekbare kosten. De aftrekregeling wordt vervangen. Vanaf 1 maart 2022 kunnen werkenden, niet-werkenden en zelfstandigen een STAP-budget van maximaal EUR 1.000,- per jaar aanvragen voor scholing en ontwikkeling bij het UWV. Werknemers kunnen dit STAP-budget zelf aanvragen bij het UWV.
7. Compensatie transitievergoeding pensionering, overlijden en zieke werkgever
Uit het overzicht wetswijzigingen voor 2021 volgt dat per 1 januari 2021 een kleine werkgever (minder dan 25 werknemers) die zijn onderneming moet beëindigen als gevolg van pensionering of overlijden compensatie van het UWV kunnen ontvangen voor betaalde transitievergoedingen. Ook kleine werkgevers die ziek zijn en daardoor de onderneming moet beëindigen kunnen vanaf (verwacht) medio 2022 compensatie krijgen voor betaalde transitievergoedingen. De regering wil voorkomen dat kleine werkgevers of hun nabestaanden, het privévermogen moeten aanspraken om de transitievergoedingen te betalen. De regeling kent geen terugwerkende kracht.
8. Minimumloon en maximale transitievergoeding
De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon gaan zoals gebruikelijk per 1 januari 2022 omhoog. Ook de maximale transitievergoeding stijgt per 1 januari 2022:
• EUR 1.725,- bruto per maand
• EUR 398,10 bruto per week
• EUR 79,62 per dag
• De maximale transitievergoeding is vastgesteld of EUR 86.000,- of indien hoger, maximum één bruto jaarsalaris.
9. Einde tijdelijke verruiming vrije ruimte binnen de WKR
De vrije ruimte binnen de Werkkostenregeling (WKR) wordt weer 1,7% van de fiscale loonsom tot EUR 400.000,- en 1,18% voor de loonsom daarboven. De tijdelijke verhoging (die als crisismaatregel tijdens corona was ingevoerd) van 3% voor de eerste EUR 400.000,- vervalt per 1 januari 2022. Komt het bedrag van de vergoeding boven de grens van de vrije ruimte, dan moet de werkgever over dat extra bedrag 80% belasting betalen.
10. Inspectie SZW verandert van naam
De Inspectie SZW wijzigt haar naam vanaf 1 januari 2022 naar “Nederlandse Arbeidsinspectie”. De Engelse naam voor de inspectie wordt ‘Netherlands Labour Authority’. In zowel het Nederlands als Engels wordt de inspectie afgekort naar NLA.
11. Nieuwe cao voor de uitzendbranche
De uitzendorganisatie ABU heeft met de vakbonden een onderhandelingsakkoord bereikt over een nieuwe cao met een looptijd van 17 november 2021 tot 2 januari 2023. Uit de nieuwe cao volgen maatregelen die het verschil in loon en arbeidsvoorwaarden tussen uitzendkrachten en vaste werknemers verkleinen. De inlenersbeloning wordt uitgebreid, er komt eerdere aanspraak op pensioen en de duur van het eerste tijdelijke contract (fase A wordt maximaal 52 weken (in plaats van 78). Ook wordt de periode waarin tijdelijke contracten kunnen worden aangeboden van vier naar drie jaar en komen er betere afspraken voor arbeidsmigranten.
12. Grensoverschrijdende detachering in het wegvervoer
De Europese Mobiliteitsrichtlijn moet uiterlijk 2 februari 2022 worden geïmplementeerd in Nederlandse wet- en regelgeving. Uit deze richtlijn volgt dat er regels moeten komen voor het grensoverschrijdend detacheren van buitenlandse chauffeurs in Nederland. Deze detacheringsregels zijn aangepast aan de specifieke aard van het wegvervoer.