Vakantiedagen
De zomer is in zicht, en dat betekent dat de meeste werknemers binnenkort vakantiedagen zullen opnemen. De afgelopen jaren is er vanuit juridisch oogpunt nogal wat veranderd ten aanzien van vakantiedagen. Hieronder een overzicht van de huidige stand van zaken.
Iedere werknemer bouwt over de volledige periode waarin hij recht heeft gehad op loon vakantie op. Dit wil zeggen dat een werknemer in beginsel ook vakantie opbouwt over de dagen waarop hij geen arbeid heeft kunnen verrichten wegens ziekte. Overigens geldt tegenwoordig als uitgangspunt dat een werknemer ook tijdens ziekte vakantie kan genieten. Bovendien kunnen partijen schriftelijk overeenkomen dat ziektedagen worden verrekend met bovenwettelijke vakantie.
Recht op vakantie
Het recht op vakantie is wettelijk vastgelegd in artikel 7:634 BW. Hierin is geregeld dat de aanspraak van een werknemer op vakantie minimaal vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week is. Veel cao’s en werkgevers geven werknemers echter recht op meer vakantie dan het wettelijke minimum. Is in een individuele arbeidsovereenkomst niets geregeld en geldt er geen cao? Dan geldt voor die werknemer het wettelijke minimum. De scheiding in wettelijk verplichte vakantie en ‘boven’wettelijke vakantiedagen, heeft consequenties voor de houdbaarheid van de vakantiedagen.
Mocht een werknemer niet al zijn vakantie hebben opgenomen aan het einde van het jaar, dan kan de werknemer de vakantiedagen meenemen naar het volgende jaar, maar hier zit wel een houdbaarheidsdatum aan. Wettelijke vakantiedagen kunnen uiterlijk een half jaar na het jaar waarover zij zijn opgebouwd worden opgenomen, mits werknemer wel in de gelegenheid is gesteld om deze op te nemen. Een bovenwettelijke vakantiedag is langer houdbaar, namelijk vijf jaar. Voor de bovenwettelijke vakantie bestaat soms een afkoopregeling, welke het mogelijk maakt de vakantiedagen in geld uitgekeerd te krijgen. Wettelijke vakantiedagen kunnen niet voor het einde van de dienstbetrekking worden omgezet in een geldbedrag.
In geval van uitbetaling van vakantie dient de waarde van een vakantiedag te worden berekend. De rechtspraak heeft ons geleerd dat dit niet alleen het loon bevat, maar ook bonussen en andere beloningsbestanddelen die de werknemer ook doorbetaald had gekregen wanneer hij de vakantie wél had opgenomen voor het einde van zijn dienstverband.
Voor zover de vakantietijdstippen niet al in de (collectieve) arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen, stelt de werkgever de vakantie in principe in principe vast overeenkomstig de wens van de werknemer. Een verzoek tot vakantieopname kan alleen afgewezen worden wanneer gewichtige redenen zich hiertegen verzetten.