WAB Update 4: Premiedifferentiatie WW

De premiedifferentiatie WW heeft als doel om de arbeidsmarkt in ‘balans’ te brengen, maar vergt de nodige inspanningen van de werkgever. Met de nieuwe vorm van premiedifferentiatie WW is de hoogte van de WW-premie niet meer gerelateerd aan de sector waarin de werkgever actief is. De aard van de arbeidsovereenkomst – vast of flexibel – is vanaf 1 januari 2020 bepalend voor de hoogte van de WW-premie.

Hoe werkt het?

In geval van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd mét vaste arbeidsomvang betaalt de werkgever minder WW-premie. Op die manier worden werkgevers gemotiveerd om vaste contracten aan werknemers te geven. Kortom: flexibel werken wordt duurder, waardoor werkgevers eerder een vast contract zullen aanbieden. De premiedifferentiatie geldt overigens niet voor eigenrisicodragers voor de WW (zoals het onderwijs en de overheid).

Wanneer betaal je een lage WW-premie?

De lage WW-premie wordt betaald als aan drie vereisten is voldaan:

1) Er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst;
2) Voor onbepaalde tijd;
3) De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is géén oproepovereenkomst.

Daarnaast zijn er drie situaties waarin de werkgever altijd de lage WW-premie mag betalen:

* Wanneer een praktijkovereenkomst met een BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg)-leerling is gesloten. De leerling leert en werkt bijvoorbeeld één dag bij de werkgever.
* Er is een arbeidsovereenkomst gesloten met een werknemer jonger dan 21 jaar die maximaal 48 uur per aangiftetijdvak van vier weken of 52 weken per aangiftetijdvak van een kalendermaand betaald heeft gekregen. De werknemer moet dan in principe 21 jaar zijn op de eerste dag van het betreffende aangiftetijdvak van vier weken of een maand.
* Over uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO).

Wanneer betaal je de hoge WW-premie?

Voor alle andere gevallen waarin niet aan de voorwaarden van de lage WW-premie is voldaan, geldt de hoge WW-premie. Dit is het geval bij alle flexibele dienstverbanden. Hieronder vallen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, sommige uitzendkrachten, maar ook werknemers die weliswaar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben maar met een flexibele arbeidsomvang (oproepkrachten). De hoge WW-premie is ook van toepassing bij een fictieve dienstbetrekking. Bijvoorbeeld een arbeidsrelatie met aannemers van werk, agenten en thuiswerkers.

Als er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde is gesloten, dan wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor de lage WW-premie. De werkgever is dan de hoge WW-premie verschuldigd.

Let op!

Belangrijk aandachtspunt is daarom de schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die van rechtswege (geruisloos) overgaat in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De werkgever is in dat geval de hoge WW-premie verschuldigd. Zorg er dan ook voor dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet alleen geruisloos onbepaalde tijd wordt, maar dat deze uitdrukkelijk wordt aangepast aan de nieuwe situatie!

De werkgever moet op de loonstrook vermelden of er een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd is overeengekomen. Ook moet in de loonaangifte met een indicatie ‘Ja/Nee’ worden aangegeven of er sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst. Werknemers kunnen hierdoor zien op basis van welke contractvorm zij werken.

Het UWV en de Belastingdienst hebben een rol bij het toezicht en de handhaving van de premiedifferentiatie WW.

Hoogte premie

Werkgevers moeten zelf op de loonaangifte aangeven of sprake is van een lage of hoge WW-premie. De situatie op de eerste dag van het aangiftetijdvak is de peildatum waar werkgevers van uit moeten gaan bij de bepaling van de hoge of lage WW-premie. Die premie geldt dan voor het gehele aangiftetijdvak.

De premiepercentages over 2020 zijn inmiddels bekend. Voorlopig wordt uitgegaan van: 2,94% voor vaste arbeidsovereenkomsten en 7,94% voor flexibele arbeidsovereenkomsten.

Aandachtspunten

Het betalen van de juiste WW-premie is de verantwoordelijkheid van de werkgever. Werkgevers opgelet dus! Als werkgever weet je immers precies welk type contract is gesloten met de werknemer.

Wat moet je concreet regelen?

1. Zorg dat je uiterlijk vóór 1 januari 2020 schriftelijke en getekende arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd hebt. Ook arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang die van rechtswege zijn omgezet naar onbepaalde tijd, moeten dus uitdrukkelijk schriftelijk worden omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hiermee voorkom je een hoge WW-premie.
2. Regel alvast dat standaard op de loonstroken van alle werknemers wordt vermeld of er sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd. Dit is verplicht voor iedere werkgever.
3. Wil je flexibel blijven werken, maar niet tegen een hoge WW-premie. Denk na over alternatieven zoals het werken met een jaarurenmodel.

De WAB brengt diverse wijzigen met zich mee. Zie hier onze eerdere update over de ketenregeling, de transitievergoeding en de nieuwe ontslaggrond.

Neem gerust contact met ons op voor meer informatie.