De WAB en flexibel werken
Bescherming oproepkracht
De wetgever probeert de rechtspositie van oproepkrachten al langer te versterken. Met de komst van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid en de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) werden al de volgende maatregelen getroffen:
- De minimumaanspraak van drie uur loon per oproep werd opgenomen (artikel 7:628a BW). Ook al wordt een werknemer voor 1 uur werk opgeroepen, dan is de werkgever verplicht om 3 uur werk uit te betalen. Dit geldt voor iedere nieuwe oproep.
- Het rechtsvermoeden van arbeidsomvang werd opgenomen in de wet (artikel 7:610b BW). Dit betekent dat een werknemer na 3 maanden dienstverband een beroep kan doen op de gemiddelde omvang van de uren in de voorliggende maanden.
- Alleen gedurende de eerste 6 maanden van de arbeidsovereenkomst kan worden afgeweken van het uitgangspunt van loondoorbetaling bij geen arbeid door een oorzaak die voor rekening van de werkgever komt (artikel 7:628 BW).
De WAB
• De definitie van de oproepovereenkomst is nu in de wet vastgelegd in artikel 7:628a BW:
De overeenkomst waarbij: (a) de omvang van de arbeid niet is vastgelegd als één aantal uren per tijdseenheid; en (b) de werknemer geen recht heeft op het naar tijdruimte vastgestelde loon als hij niet gewerkt heeft.
Door de verankering van het begrip oproepovereenkomst, wordt het in de praktijk makkelijker om onderscheid te maken tussen diverse overeenkomsten en welke regels van toepassing zijn.
Als sprake is van een oproepovereenkomst in de zin van de wet, dan geldt sinds de WAB het volgende:
• De oproep moet schriftelijk of elektronisch.
• Als een werkgever binnen 4 dagen voor de werkzaamheden de oproep intrekt of wijzigt, dan heeft de werknemer toch recht op loon over de oproep.
• Er geldt een vastklikregeling voor de arbeidsomvang. De werkgever moet na 12 maanden een aanbod doen voor een contract met vaste uren van minimaal het gemiddelde aantal uren over dat jaar. Zo blijven werknemers niet onnodig lang werken zonder vaste arbeidsomvang. Hieronder volgt een schema met de opties in dit kader.
• Een werknemer met nul-urencontract heeft een opzegtermijn van 4 dagen (gelijk aan de oproeptermijn voor werkgever).
• Omdat de oproepovereenkomst geen vaste arbeidsomvang naar tijdseenheid heeft en bovendien de werknemer geen recht heeft op het naar tijdruimte vastgestelde loon als hij niet gewerkt heeft, moet de hoge WW premie te worden voldaan.
Overgangsregeling
Aandachtspunten
- De hoge WW premie dient te worden voldaan bij flexibele arbeidsomvang (zie hiervoor ook ons eerdere artikel);
- Houd de termijn van 12 maanden in de gaten voor de vastklikregeling en bied de werknemer tijdig een vaste omvang van uren aan;
- Let op 4 dagen oproeptermijn en het feit dat bij wijzigingen daarna het loon over de initiële oproep is verschuldigd aan de werknemer.
Jaarurennorm
Wanneer je toch gebruik wilt blijven maken van maandelijks wisselende inzetbaarheid zonder dat sprake is van een oproepkracht kan de jaarurennorm uitkomst bieden. De jaarurennorm betekent dat je aan de werknemer een vaste arbeidsomvang per jaar aanbiedt en een vast maandsalaris op basis van de gemiddelde uren, maar waarbij het aantal uren per maand naar behoefte wordt ingevuld. Als werkgever heb je de verplichting in totaal het salaris voor de per jaar overeengekomen uren te betalen, ongeacht of de werknemer in totaal voor al deze uren is opgeroepen. Maar het staat je als werkgever wel vrij om een werknemer in een drukke maand veel op te roepen, en in een rustige maand minder.
Indien dit een contract betreft voor onbepaalde tijd betaal je de lagere WW premie.